Mezen in Damwoude.
In Damwoude en omstreken komen redelijk veel mezen voor. Iedereen kent wel de koolmees en waarschijnlijk ook de pimpelmees wel. Deze 2 soorten broeden veel in nestkastjes en 's winters komen ze de aangeboden vetbollen en pinda's oppeuzelen. Het zijn vooral gezellige beestjes, die altijd in de weer zijn en behalve in de broedtijd altijd in groepjes rondzwerven. Vaak sluiten andere vogeltjes zich bij zo'n groepje aan. Tjiftjaf, goudhaantje en boomkruiper zijn daar voorbeelden van. De derde mezensoort die in onze buurt voorkomt is de staartmees. Deze broedt niet in nestkastjes, maar maakt van spinrag en pluisjes een prachtig bolvormig nest, meestal in een conifeer. Deze kleine beestjes hebben een heel lange staart (vandaar die naam) en zijn zonder die staart nog een stukje kleiner dan een pimpelmees. Dan hebben we hier nog de zwarte mees. Bij mijn weten niet hier broedend, maar in de herfst en winter in kleine aantallen wel hier aanwezig. Dit vogeltje lijkt op het eerste gezicht veel op een koolmees, maar is beduidend kleiner, ja ook nog iets kleiner dan een pimpelmees. De matkop(mees) en de glanskop(mees) lijken erg veel op elkaar. Even groot als een pimpel. Alleen zeer goede vogelkenners kunnen ze uit elkaar. In de hand, van b.v. een vogelringer, kan a.d.h.v. maten het verschil worden vastgesteld.
De zang is echter wel heel verschillend. De matkop broedt (nestkast) ook in onze streek, maar ik schat het aantal broedgevallen op niet meer dan 10 per jaar. De glanskop ving ik eenmaal (1998) in het Driesumermeer, maar normaal zie je ze hier niet. Tot slot werd vorig jaar nog een mezensoort toegevoegd in Damwoude. In de herfst ving ik liefst 3 kuifmezen. Eén daarvan bleef een paar maanden hier zelfs rondhangen. Deze mezensoort is net als de zwarte mees, erg afhankelijk van naaldbomen. Van de kuifmees is bekend dat zij soms hun hele leven op een oppervlakte zo groot als een voetbalveld doorbrengen. Dus geen enkele trekbeweging bij deze soort. Van zwarte mezen is bekend dat zij na de broedtijd wel verder rondzwerven en dan ook in de kustgebieden voorkomen. Van de kuifmees echter zijn dat soort omzwervingen niet bekend. Wie heeft in deze omgeving ook (eerder) kuifmezen gezien? Graag dan even reageren.
Matkoppen en glanskoppen zwerven eveneens wel eens wat verder uit, maar nooit ver van hun broedgebied. Kool- en pimpelmezen tonen datzelfde gedrag, maar van deze soorten is vastgesteld door ringonderzoek, dat 's winters hier soms kool- en pimpelmezen vanuit het noordoosten verblijven. Ringmeldingen vanuit Litouwen. Letland en zelfs Rusland zijn daar een bewijs van.
Er zijn nog wel meer mezensoorten op de wereld, maar die komen hier niet voor.
Wetenschappers melden dat vooral de koolmees in aantal achteruit zou gaan. Dit zou komen doordat de rupsen, waarmee de jongen voornamelijk worden gevoerd, steeds eerder in het jaar leven. Dit zou komen door de zachte(re) winters, waardoor planten waarop en waarvan die rupsen leven, eerder in het jaar groeien en bloeien. Koolmezen blijken tot nu toe niet echt in staat om op deze situatie in te spelen door hun eieren een aantal weken eerder te leggen. Dus zijn de meeste rupsen al verpopt of door anderen opgegeten wanneer de jonge koolmeesjes worden geboren. Toch lijkt het mij wel mee te vallen, want een mees is een vogel die zich juist bij uitstek kan aanpassen.
Maar alle reden om de situatie op de voet te volgen. Gaat het aantal koolmezen inderdaad achteruit, dan zullen daarvan ongetwijfeld andere soorten profiteren. Dus hou je nestkast(en) in de gaten en hou per jaar bij wat er in zit. Dat geldt natuurlijk ook voor nestkastprojecten van b.v. vogelwachten.
Vanaf maart 1998 heb ik honderden mezen gevangen en geringd in onze tuin hier in Damwoude. De aantallen per jaar en per soort zijn niet betrouwbaar te vergelijken, omdat de vanginspanningen, het geschikte (vang)weer e.d. van invloed zijn. Wel kunnen conclusies worden getrokken uit deze vangsten over onderlinge verhoudingen.
Onderstaand een matrix van nieuw geringde vogels per jaar.
Soort: | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 |
Koolmees | 135 | 151 | 120 | 150 | 47 |
Pimpelmees | 70 | 65 | 62 | 127 | 41 |
Staartmees | 24 | 22 | 15 | 23 | 10 |
Matkop | 1 | 2 | 4 | 2 | 1 |
Zwarte mees | 1 | 4 | 4 | 16 | 4 |
Kuifmees | - | - | - | 3 | - |
Totaal: | 231 | 244 | 205 | 321 | 103* |
* = t/m juli 2002.
Harry de Boer (425133).
foto links: de pimpelmees.